Bijna kopje onder in Grote Veenpolder
Friezen groeven eigen graf in de veengebieden
MUNNEKEBUREN (NL) – Fietsend over de Kerkeweg van Munnekeburen naar Langelille aan de Tsjonger in de Grote Veenpolder (gemeente Weststellingwerf, Zuid-Friesland) kun je je verbazen over hoe laag het weiland en hoe hoog de aangrenzende sloot ligt: een paar meter verschil! Maar daarvoor is het ook een polder, opgericht in 1847, ontstaan na de turfwinning van twee eeuwen geleden.
Het Friese veenland is sinds de Tweede Wereldoorlog fors gedaald door ontwatering ten behoeve van de veehouderij, dit in het kader van ruilverkavelingen. De bodemdaling wordt versterkt door oxidatie van drooggemaakt veen: het verbindt zich met zuurstof waardoor het als het ware verdampt. Door ‘roestend’ veen komt de bodem, waarop landbouw wordt bedreven, weer dichter bij het grondwaterpeil, waardoor weer extra ontwaterd moet worden om de veengrond beweidbaar en berijdbaar te houden.
Strijd tussen boeren en burgers
Een groot probleem, want door ontwatering van de veengebieden verzakken honderden huizen en oude boerderijen die slecht gefundeerd zijn, veelal op houten palen die niet meer onder water staan als gevolg van de bemaling door Wetterskip Fryslân, het waterschap van Friesland. 5.100 Gebouwen in Friesland hebben schade door paalrot en het wegvallen van de tegendruk van grondwater. Kort gezegd: boeren willen een lage waterstand, burgers een hoge. Die strijd wordt momenteel in alle hevigheid in Friesland, maar ook in andere veengebieden in Nederland, gevoerd.
De Friese veengrond, 60.000 hectare, daalt ongeveer 1 cm per jaar door ontwatering ten behoeve van de landbouw en door oxidatie. De inklinking van veen in moerasgebieden (ontstaan na het einde van de laatste ijstijd, 10.000 jaar geleden) kan alleen worden vertraagd door het verhogen van het waterpeil in de natuurgebieden, zoals natuurpark Rottige Meente, de Tsjonger- en Lendevallei, maar ook in de aangrenzende landbouwgebieden zelf.
Nederlanders, en zeker de Friezen, hebben in de afgelopen vijf eeuwen eigenlijk hun eigen graf gegraven met het weghalen van eerst vele meters dik hoogveen en daarna het nattere laagveen, dit om er turf van te maken. Bij gebrek aan hout was turf na 1500 dé brandstof in Nederland. Overigens hebben waterschappen er in diezelfde periode ook voor gezorgd dat we hier niet verzuipen.
Grachtsluis: een monument
Bij de Grachtsluis in Munnekeburen, een monument aan de Lemsterweg in de Grote Veenpolder, pal tegen de Helomavaart tussen Echtenerbrug en Ossenzijl (drukke toeristische vaarroute), worden de gevolgen van vervening en bodemdaling verteld en zichtbaar gemaakt. Al drie keer, sinds de bouw in 1850, moest de door turf- en rietschippers gebruikte schutsluis aangepast worden aan de snelle bodemdaling als gevolg van vervening en ontwatering. In 2012 werd de vervallen sluis gerestaureerd en het terrein rond de betonnen kolk voor toeristen aangekleed om het verhaal van de Grote Veenpolder te vertellen.