Sloten

Stad nr. 4: Sloten – Het kleinste stadje ter wereld

Tot 1984 was de vesting Sloten, vanwege zijn regelmatige vorm ook wel de ideale renaissancestad genoemd, een zelfstandige gemeente met een volwaardig stadsbestuur. Het behoort nu tot de gemeente De Fryske Marren.

Sloten

Sloten stamt al uit de elfde eeuw; het kreeg in 1426 stadsrechten. Het dankt zijn ontstaan aan de gunstige ligging op de kruising van handelswegen over land en water, wat heel goed terug te vinden is in de vorm van de nederzetting. Het lag onder andere op de vroegmiddeleeuwse route Stavoren-Coevorden-Bentheim (D) en Zuiderzee-Slotermeer-Middelzee. Laatstgenoemde, geleidelijk dichtslibbende zee werd in de late Middeleeuwen, tussen 1200 en 1300, drooggelegd met behulp van dijken, gebouwd door monnikken.

De machtige Friese adellijke familie Van Harinxma (thoe Slooten) bouwde in de 13-de eeuw aan de Ee, op de plaats waar nu de Rooms Katholieke kerk (1933) staat, een stins. Dat is een zware vierkante vlucht- en opslagtoren van steen, zonder spits, de zeer eenvoudige Friese variant van een kasteel.

De bewoners van de stins controleerden de scheepvaart door Sloten over de Ee, een zeer belangrijke vaarweg tussen Sneek en Tacozijl ten westen van Lemmer. De Van Harinxma’s hieven er tol. Op last van Karel V werden in 1531 de stins en de omwallingen geslecht. 

In 1581 kreeg het stadje een nieuwe fortificatie: een gracht , verdedigingswallen, vijf bastions, twee water- en twee landpoorten. In de onrustige 16-de en 17-de eeuw werd Sloten meerdere keren extra versterkt. 

De nu nog aanwezige waterpoorten (Sneker of Woudsenderpoort en Lemsterpoort) en de verdwenen landpoorten (Koepoort voor de smalle Koestraat en Wyckelerpoort aan de kant van Wyckel) dienden als tolpoorten. 

In de nacht van 12 op 13 mei 1588 mislukte een inval van de Spanjaarden. Vijandige soldaten, die zich in een bierschip hadden verstopt, en geholpen door drie verraders uit het naburige Tjerkgaast, zouden ongehinderd de vesting binnenvaren. Het plan lekte uit en er volgde een hevig gevecht dat om de drie jaar nagespeeld wordt tijdens het Historisch Kijkfeest van Sloten. 

Schepen hadden maar één mogelijkheid het strategisch gelegen stadje te passeren, via het dwars door de stad stromende riviertje de Ee dat in de Zuiderzee uitmondde. Dat is nog steeds zo, maar door de bouw van een zoetwaterinlaat op de plaats van de oude sluis, de Tacozijl, is de doorvaart geblokkeerd. Tot het gereedkomen van de Afsluitdijk in 1932 was de direct met de Waddenzee en Noordzee verbonden Zuiderzee zout. De inlaat werd nadien, vóór de Tweede Wereldoorlog, gebouwd.  

In de 18- en 19-de eeuw was Friese boter het belangrijkste handelsproduct van Sloten. Engeland was de grote afnemer. De fraaie hals- en trapgevels van de 17-de en 18-de eeuwse koopmanshuizen langs de centrale gracht, het Diep, herinneren aan florissante tijden en de grote economische betekenis van het waterverkeer in Friesland. 

Het Diep is omzoomd door oude linden; de kaden zijn bestraat met bolkeien. In combinatie met de vele hals-, trap-, lijst- en klokgevels, de poorten en de authentieke bebording van de winkeltjes ontstaat een zeer idyllisch beeld van het centrum. 

De huidige waterpoorten dateren van 1768 (Sneker of Woudsenderpoort) en 1821 (Lemsterpoort). Bij de laatstgenoemde poort, op het bastion, prijkt de in 1755 gebouwde korenmolen. Hier stond ook al in de Middeleeuwen een molen. In de poort is ook een kleine gevangenis. Bij de ingang van het cachot staat een schandpaal die herinnert aan de Spaanse aanval. In het zomerseizoen schiet de Stadsschutterij van Sloten iedere vrijdagavond nog het kanon bij de molen af, luid en duidelijk aangekondigd door de stadsomroeper. 

De in laat-gothische stijl opgetrokken Nederlands Hervormde Kerk dateert van 1647 en het stadhuis, nu museum ‘Stêdhûs Sleat’, werd in 1761 gebouwd.

Achter het zuidelijke bolwerk stonden vroeger ook enkele boerderijen. Eén grote kop-hals-romp-boerderij bleef bewaard en is nu als restaurant in gebruik. De zuidelijke wallen werden vroeger door de vrouwen gebruikt als bleek, een grasveld waarop het wasgoed in de zon werd gebleekt en gedroogd.

 

Sloten

Stadsschutterij – Sloten

Stadsschutterij – Sloten

Stadsschutterij – Sloten

Schandpaal – Sloten

Stadhuis en Museum – Sloten

Kanon – Sloten

Sloten

Sloten

Fontein Kievit – Sloten